Algemene info over floorball.
Floorball blijft groeien, over de hele wereld.
1. Het spel:
Wat is floorball eigenlijk?
Het is één van de snelst groeiende sporten van de wereld.
Het is een sport voor en door de jonge generaties. Het is simpel, leuk, snel en heel intensief.
Van in het prille begin werd floorball ontwikkeld om spelers met vnl. technische kwaliteiten te belonen. Daardoor is floorball zowel leuk om te spelen als om naar te kijken. En daarenboven komt nog dat het één van de weinige sporten is die zowel door mannen als door vrouwen perfect te beoefenen is.
De regels? Eigenlijk zijn die heel simpel. Er zijn vijf spelers nodig met sticks (gemaakt uit plastic of uit samengestelde materialen) en een goalie zonder stick die op zijn knieën in de goal zit. (160 x 115cm) Dit is de samenstelling van een team. In normale wedstrijden telt een ploeg 15 tot 20 spelers.
De standaard afmetingen van de boarding is 40x20m en is 50cm hoog, de hoeken zijn afgerond. Een wedstrijd wordt gespeeld over 3 periodes van 20 minuten. Er zijn 2 scheidsrechters nodig.
Veel van de regels zijn geleend uit andere sporten. We zouden kunnen zeggen dat we al het beste van de bestaande sporten hebben samengenomen om zo tot 1 perfecte sport te komen: floorball.
Als we de inofficiële school- en bedrijfscompetities meerekenen, zijn er vandaag over de hele wereld meer dan 1 miljoen spelers. Doe dat maar eens na!
2.De geschiedenis:
Heel veel mensen beweren dat ze floorball hebben uitgevonden. De waarheid is echter dat de wortels van floorball te vinden zijn in de Verenigde Staten in de late jaren '50. Studenten speelden in een zaal met een lichte plastic puck en plastic sticks. Dit spel werd 'floorhockey' genoemd en het eerste tornooi vond plaats in Michigan in 1962. Toen de sport naar Europa kwam, werd de puck ingeruild voor een plastic balletje. De nieuwe sport 'floorball' werd het eerst gespeeld in Zweden in de vroege jaren '70, vnl. in scholen en als ontspanning na het werk. In die tijd werden er nog kleine goaltjes gebruikt en een goalie was ook nog niet nodig. De sport won aan bekendheid in de late jaren '70 en in heel Europa werden verschillende clubs opgericht. In de vroege jaren'80 begon men het floorball meer te organiseren en er werden in enkele landen federaties opgericht. De sport groeide snel verder. Vandaag, in 1999 zijn er meer dan 3.200 clubs en meer dan 150.000 spelers met een licentie over de hele wereld. Finland, Zweden en Zwitserland domineerden internationaal, maar Noorwegen en Tsjechië komen elk jaar dichterbij.
3. De toekomst:
Vandaag is floorball een gevestigde sport in Noord-Europa en het is sterk aan het groeien in Oost- en Centraal- Europa. Maar ook in ZO-Azië, waar Singapore een floorballcentrum is geworden. De IFF telt 19 landen verdeeld over 4 continenten. De interesse voor floorball is vooral in Oost-Europa groot, omdat het geen dure sport is. Verschillende Oost-Europese landen ijveren ervoor om bij de IFF te komen.
De toekomst ziet er goed uit. Niet alleen beginnen steeds meer mensen floorball te spelen, maar ook de interesse van de media en het grote publiek neemt toe.
Het wereldkampioenschap in Zweden (1996) trok duizenden toeschouwers aan.
Geld wordt, zoals in alle andere sporten, steeds belangrijker doordat sponsors en fans ook een duit in het zakje willen doen.
Competitiewedstrijden in de grote floorball-landen trekken soms meer dan 2.000 toeschouwers. Maar er zijn nog maar weinig professionele floorballspelers vandaag. De meeste internationale sterren spelen alleen omdat ze houden van de sport.
In zijn meest eenvoudige vorm is floorball heel goedkoop. Je hebt geen speciale uitrusting nodig als speler: een T-shirt, short, sportschoenen en een stick.
Het produceren van deze sticks is trouwens een grote onderneming aan het worden. Er zijn al meer dan 10 bedrijven die elkaar beconcurreren voor een markt van ongeveer 1 miljoen sticks per jaar.